Een vreemde man komt te paard aan in het plaatsje Belder, onder de naam 'Kapitein Zeppos'. Dat zaait dadelijk onrust en afgunst jegens deze vreemde man. Maar een zekere Ben Kurrel, die wel van een avontuurtje houdt, zoekt contact met hem en gaat voortaan vaak bij hem langs, zonder hem echt te kennen. Al gauw wordt duidelijk dat Zeppos niet zonder bedoeling naar Belder is gekomen: hij moet een mysterie oplossen. In Griekenland heeft hij van een onbekende man met een pukkel een bod gekregen op de grond die hij geërfd had van zijn overleden oom Nico. Er blijkt hierbij een hele organisatie te zijn betrokken. Ben Kurrel en zijn vriendin Rita Mees helpen hem om dat mysterie op te lossen. In het verhaal duiken ook nog de boswachter Nelis, Ariane Despinal (zij is 'de andere erfgenaam'), meesterschurk Baral en zijn medewerkers op. Kapitein Zeppos verdwijnt spoorloos wanneer de eerste boortorens worden geplaatst.